Big


 

Ik had in mijn vorige tekst gezegd dat ik een appeltje voor de dorst had. Daarbij refereerde ik aan de big-appel. De combinatie big en appel is nogal trouwens nogal ironisch, daar menig varken vroeger een appel in de bek geschoven kreeg nadat die was geroosterd. Het optillen van dat geroosterd zwijn moet in het verleden een behoorlijk spek takel stuk zijn geweest bedenk ik mij zo, en klaarblijkelijk is dat varkentje toch menigmaal gewassen, al kan ik mij voorstellen dat het soms tot een behoorlijke zwijnenstal heeft geleidt.  Maar genoeg hierover, waar gaat dit stuk over en waar wil ik heen, dat moet de hamvraag zijn waar ik mij in dit stuk over zal gaan buigen. Ik wil immers geen parels voor de zwijnen gooien. Het moet iets zijn dat blijft hangen, iets lekkers waarvan je maag gaat knorren. Een feestmaal dat voorbij gaat aan de bigspenders, feestvarkens, en de zwijnen  van de financiële sector in de big-appel. Liefst iets spaarzaams, iets voor mijn spaarvarken misschien?  I’m on my way, I’m making it Big-time.