Klerenzooi


 

Mijn goede voornemen om eens te gaan schrijven heeft mij genoodzaakt eerst eens de klerezooi in mijn kamer op te ruimen. Jassen, schoenen, shirts overal ligt wat. Even de mouwen opstropen en dan is het zo gedaan. Even kijken van welke kleding je schoon genoeg hebt om er vervolgens lekker de bezem door heen te halen. Deze kledingstukken mogen dan stuk voor stuk naar een kledingbak of naar mijn huisgenoten, die klasbakken. Ze proberen mij dan af en toe wel iets op de mouw te spelden of mij een poets te bakken als ik weer eens van mijn grappen uit mijn mouw heb laten komen, maar ach ik trek mij dat niet aan. Wat ik ook niet graag aan heb is een das. Volgens mijn huisgenoot wordt das het woord van 2015. Das niks dacht ik zo. Voor mij is riem het woord van 2015. Of je nu de broekriem moet aanhalen als het economisch tegenzit of als je moet roeien met de riemen die je hebt. Een riem komt altijd goed van pas. Mijn riemen hangen normaal gesproken aan een kapstok. Het is trouwens wel ironisch dat ik ook in dit stuk een kapstok gebruik met kledingstukken om een kledingstuk over te schrijven, maar dit ter zijde. Mijn riemen zijn van leer. Vroeger had ik ze ook van stof. Dat gaf mij stof tot nadenken waarna ik er lering uit heb getrokken en besloten dat leer toch net iets fijner is. Ik heb dan ook mijn collectie flink opgeschoond.